Hoe schilder ik een binnenmuur of plafond?

Voor je aan het schilderwerk begint, moet je ervoor zorgen dat muren en plafond volledig schoon zijn. Doe je dit niet, dan bestaat de kans dat de verf niet goed hecht, snel gaat afbladderen of vlekken gaat vertonen. Elke ondergrond vraagt een specifieke reiniging:

• Nieuw pleisterwerk en gipsplaten: verwijder het stof met een zachte borstel en een vochtige doek.
• Bakstenen muren, cementering of beton: verwijder eventuele uitslag of verpoedering met een harde borstel en stof af.
• Oude poreuze verflagen: verwijder stof met een zachte borstel.
• Sterk vervuilde muren: reinig met een goede ontvetter of ammoniakwater (een deel ammoniak op negen delen water) en laat vervolgens goed drogen.

• Voor een perfect resultaat is het nodig dat je steeds vertrekt van een droog, egaal en vast oppervlak waarbij alle fouten en mankementen eerst zijn aangepakt. Laat gereinigde muren of nieuw pleisterwerk volledig uitdrogen of pak structurele vochtproblemen eerst grondig aan.

• In principe is schuren niet nodig. Bij nieuw gepleisterde of reeds geverfde muren volstaat licht ontkorrelen met een breed plamuurmes om kleine oneffenheden te verwijderen. Schuren is wel nodig bij opgevulde gaatjes en scheuren, herstelde delen, houten plafonds of wanden, oude glanzende verflagen. Vul gaatjes, scheuren en grotere barsten op met een aangepast opvulmiddel.

• Trek voldoende tijd uit om alles wat je niet gaat schilderen goed af te plakken en af te dekken. Er zijn verschillende soorten tape op de markt die aangepast zijn aan elke specifieke afplakklus. Voor het afdekken van grote oppervlakken (meubels, een deur) kan je stevige afdekfolie gebruiken.

Zorg ervoor dat je al het materiaal dat je nodig hebt bij de hand hebt. En vergeet ook jezelf niet te beschermen! Draag handschoenen als je aan de slag moet met chemische producten en denk aan een goed stofmasker wanneer je gaat schuren.

• Veeg stof en vuil van het deksel voor je een pot opent om te vermijden dat het in de verf valt.

• Roer de verf altijd grondig op voor een homogene kleur. Doe dit met een roerstokje of gebruik een speciaal opzetstuk op je boormachine.

• Tenzij het anders vermeld staat op de pot is het niet nodig om de verf te verdunnen. Verdunde verf dekt minder goed en is dus minder duurzaam. Vaak zal een derde laag nodig zijn voor een mooi eindresultaat.

In heel wat gevallen is het nodig om eerst een primer aan te brengen. Dit is een grondlaag die zorgt voor een egaal en duurzaam eindresultaat. De eigenlijke verflagen zullen beter hechten, eventuele zuiging van de ondergrond wordt weggenomen, vuil (bv. nicotinevlekken) kan niet meer doorslaan naar de eindlaag en het verfverbruik ligt lager. Er bestaan verschillende soorten primers en het is belangrijk om de juiste primer te kiezen voor de specifieke ondergrond die je wilt verven.

Als je zowel het plafond als de muren gaat schilderen, begin dan altijd bij het plafond. Werk dit helemaal af (grondlaag en eindlagen) en ga dan verder met de muren. Ben je ook van plan om ramen en deuren te schilderen, zet dit dan boven aan je lijstje. De vloer doe je als laatst.

Plafond schilderen:

• Schilder eerst met de borstel de hoeken en de randen.
• Dop de roller in de verf en rol een paar keer over het rooster om de verf gelijkmatig te verdelen.
• Begin bij het raam en werk mee met de lengte van het plafond. Werk in vlakken van +/- 1m2 die je telkens ongeveer een rolbreedte laat overlappen. Schilder een paar horizontale stroken verf in wisselende richting (links, rechts) op het plafond.
• Verdeel de verf onmiddellijk door er in verticale richting over te rollen.
• Eindig met horizontale rolbewegingen in de richting van het raam.
• Herhaal de stappen 2 tot en met 5 tot je een hele strook in de breedte van het plafond hebt geschilderd en begin dan aan de volgende strook.

Muur schilderen:

• Schilder eerst de hoeken, de randen met de borstel.
• Dop de roller in de verf en rol een paar keer over het rooster om de verf gelijkmatig te verdelen. Wees niet te zuinig met verf, maar let er ook op dat de verf niet van de rol druipt.
• Werk in vlakken van +/- 1m2. Zet eerst enkele verticale strepen op de muur.
• Ga er vervolgens horizontaal over om de verf egaal over het vlak te verdelen.
• Eindig ten slotte weer in verticale richting.
• Herhaal de stappen 2 tot en met 5 en overlap daarbij steeds een beetje met het vorige vlak.

• Probeer elke laag er in één keer op te zetten. Moet je het werk toch onderbreken, werk dan het vlak waar je aan bezig bent af en eindig in een hoek. Zo zal de nieuwe aanzet het minst opvallen.

• Tussen twee lagen is het niet nodig om het gereedschap te reinigen. Schraap de meeste verf eraf en stop de roller en borstel in een plastic zak die je stevig dichtbindt.

• Zorg voor een temperatuur tussen de 10 en 20°C. Is het warmer dan zal de verf te snel drogen, bij koudere temperaturen droogt de verf te traag of helemaal niet meer. Zet dus indien mogelijk de verwarming aan of uit - of wacht op betere tijden.

• Zorg voor een goede luchtvochtigheid. Te droge lucht? Zet bakjes water in de kamer. Te veel vocht in de lucht? Zet de verwarming op.

• Verlucht liever niet tijdens het schilderen om tocht te vermijden, maar zet na de verfklus de ramen zeker wel open. Zo zal de verf sneller drogen. Doe dit niet wanneer het buiten vochtig weer is.

• Stofzuig de vloer voor de laatste eindlaag en stel andere werken in huis die stof kunnen veroorzaken even uit tot na je schilderklus.