Als klusser moet je regelmatig naar een sleutel grijpen. Je hebt er in verschillende vormen en maten. De maat wordt meestal uitgedrukt in millimeter, maar soms ook in inches.
Een steeksleutel zet zich vast op twee van de zes (of vier) zijden van een moer. Steeksleutels hebben aan elk uiteinde een opening, maar dan wel van verschillende grootte. Eén steeksleutel bestaat normaal gezien uit een combinatie van twee maten. Met een 6-tal steeksleutels (6-7 mm, 8-9 mm, 10-11 mm, 12-13 mm, 14-15 mm, 16-17 mm en 18-19 mm) kan je al heel wat kanten uit.
Een ringsleutel grijpt door zijn twaalfpuntige kop volledig om de moer. Het is gemakkelijk om meer kracht te zetten, maar nadelig is dat je de sleutel helemaal over de bout moet kunnen schuiven. Hoe groter de opening, hoe langer de steel. Zo kan je meer kracht zetten. Je kan stellen dat een steeksleutel flexibeler is en een ringsleutel krachtiger.
Weet je niet goed welke je moet kopen? Dan kan je voor een compromis gaan en een sleutelset kopen waarbij op het ene uiteinde een opening van de steeksleutel is en op de andere een ring.
Op een en dezelfde dopsleutel kan je doppen met verschillende maten monteren die je volledig over de bout moet plaatsen. Je kan de sleutel zo instellen dat je hem nooit van de schroefkop moet afhalen. Bij het vastdraaien van de bout kan je vervolgens een kwartslag terugdraaien met de sleutel zonder de schroef terug los te koppelen. Je herkent deze sleutels ongetwijfeld ook van het ratelend geluid dat ze maken.
Bestaat uit een buis waarin de maat van de moer of bout zit. Een pijpsleutel is dus vooral handig bij bouten en moeren waar je moeilijk aan kan doordat ze wat dieper gelegen zijn. Bovenaan de buis zitten twee gaten waarin je een ijzeren staaf(je) kan steken zodat je eenvoudig met de sleutel kan draaien.
Dit is een variant van de pijpsleutel. De bougiesleutel bestaat uit een vaste dop van 16, 18,5 (19) of 21 mm met soms rubber binnenin. De dop is bevestigd aan een flexibel T-vormig handvat.
Bij deze steeksleutel kan je de opening veranderen door aan een wieltje te draaien. Wel bestaat het gevaar op beschadigen van de bout of moer. Een variant op dit systeem is de griptang.
Het woord zegt het al zelf. Deze dient om een kraan onder een wastafel te monteren. Met de hulp van een lange arm en het schuiven van de sleutel om de moer, kan je deze bedienen.
Een inbussleutel is een l-vormig zeskantig staaf(je) dat aan één uiteinde een hoek van 90° maakt. Hiermee kan je (inbus)schroeven en bouten makkelijk vastdraaien zonder ze te beschadigen. Met de standaardmaten kom je ver (1, 2, 3, 4, 5, 5,5, 6, 8, 10 mm). Maar er bestaan tussenmaten.
Deze tang is plat en verstelbaar. De opening van de tang bevat tanden om de bout stevig vast te pakken. Hierdoor kan het ook wel zijn dat je de moeren beschadigt. Voordeel is dat je er grote krachten op kan uitoefenen.
Deze sleutel is aan de beide uiteinden uitgerust met een twaalfkantige dop die je over de bout schuift. Door een knikbeweging of ‘kniegewricht’ is het mogelijk om deze dop in een hoek van 0 tot 180° te draaien.
