1. Plaats van de gootbeugels bepalen
- Bepaal eerst de plaats van de eerste en laatste gootbeugel. De afstand tussen de beugels moet telkens 50 cm zijn om te vermijden dat de goot op termijn gaat doorhangen. De formule is simpel: aantal beugels = (lengte dakrand / 50 cm) + 1.
- Duid met potlood aan waar de eerste en laatste beugel moeten komen. Zorg daarbij dat de afstand tot de hoek links en rechts gelijk is.
- Teken de boorgaten in de eerste beugel af, zodanig dat de bovenkant van de goot 1 à 2 cm onder de dakrand komt te hangen (gebruik hiervoor eventueel een kort stuk dakgoot of het eindstuk).
- Boor nu gaten van 8 of 10 mm, bevestig de pluggen en schroef de beugel stevig vast tegen muur of stormplank met roestvrije schroeven.