Hoe plaats ik een rookmelder in huis?

Kies de plaats waar je de rookmelder(s) wil hangen. Hang in ieder geval een rookmelder in de hal en op de overloop. Wanneer er brand uitbreekt is dat namelijk de belangrijkste vluchtroute. Voor extra veiligheid hang je er één in elke slaapkamer en één in de woonkamer.

• Vlak plafond: Plaats de rookmelder op minstens 30 cm van muren en lichtbronnen. Houd er ook rekening mee dat je de melder zo centraal mogelijk in de kamer plaatst.
• Op de muur: Plaats je de rookmelder tegen een muur? Zorg er dan voor dat je het detectie-element tussen de 15 en 30 cm van het plafond plaatst en minstens 30 cm van de eerstvolgende muur.
• Zadeldak: Is jouw huis voorzien van een zadeldak? Dan plaats je de rookmelder op een schuine zijde, maar wel maximaal op 60 cm verticale hoogte vanaf de nok.
• Vlak plafond met draagbalken: Als je een plafond hebt met draagbalken, gelden er andere regels. Dan plaats je de rookmelder op twee keer de diepte van de draagbalk. Als de draagbalk 15 cm diep is, plaats je de rookmelder er dus 30 cm vanaf. Is de diepte van de draagbalk meer dan 10% van de hoogte van de kamer? Dan moet deze worden gezien als een scheidingswand. Plaats in dit geval aan beide kanten een rookmelder.

Neem de montageplaat en duid de schroefgaten met een potlood aan op het plafond of de muur. Boor met een boormachine de aangeduide punten en steek er pluggen in.

Bevestig de montageplaat op het plafond of de muur. Voorzie de rookmelder van batterijen en plaats de montageplaat erop.

Houd na de plaatsing de testknop in om je rookmelder te testen.

Is je rookmelder geplaatst? Geef hem vanaf dan minstens één keer per maand een afstofbeurt.

Als de batterijen leeg zijn, zal je rookmelder beginnen piepen: dat is het waarschuwingssignaal. Vervang in dat geval zo snel mogelijk de batterijen.